De voorgeschiedenis van de Inquisitie voltrekt zich in de bloeitijd van de middeleeuwen. (Eerste executies van ketters in Orléons en Toulouse in 1022). Zij is dan bisschooppelijk en zal dat lang blijven: de eerste ordinarius sprak recht en wees vonnis. Aanvankelijk ging het om de katharen. In 1119 werden ze op het concilie van Toulouse veroordeeld en 1139 op het concilie van Lateranen; het burgerlijk gezag kreeg het bevel hen te vervolgen. Reeds in de loop van de twaalfde eeuw werd een aantal van hen door de bisschoppen naar de brandstappel gestuurd. Het derde concilie van lateranen voorzag ook in de confiscatie van bezittingen, een machtig hulpmiddel dat de ijver van de vorvolgers nog meer animo gaf. Maar volgens de pausen zijn ze dikwijls nog te weekhartig en soms niet in staat de ketterij te bedwingen. Spoedig sturen ze legatenn om “onderzoek te doen”. In het latijn inquirere, onderzoeken, waarvan het woord Inquisitio is afgeleid. Het concilie van Verona (1184) besluit dat de beschermers van ketterij met schande overladen zullen worden en beroofd van hun bezit.
***Bron 6: blz. 15***
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten