Saladin trekt als triomfator Jeruzalem binnen
De Franken worden in 1187 bij Hattin verpletterend verslagen. Al in 1183 van lafheid beschuldigd omdat hij heeft geweigerd slag te leveren met Saladin, gaat Guido onmiddellijk overstag, besluit slag te leveren en geeft zijn leger 3juli opdracht te vertrekken. Met meer dan zestigduizend man verspert Saladin hem de weg naar de bronnen van hattin. Raimond III raad hen aan zich te verschansen op een platteau , waarop zich als afgeknotte kegels twee ronde bulten verheffen die de Hoorns van Hattin worden genoemd. Daar worden ze volkomen door Saladin omsingeld. In volle wapenrusting en gekweld door een vreselijke dorst brengen de Franken de nacht door. De volgende morgen begint de slag. In het begin van de middag besluit Raimond III een uitbraakpoging te doen. Met al zijn ridders rijdt hij de bijand tegmoet. Demoslims pareren de uitval met een wonderlijke manoeuvre. Ze openen hun front, latenRaimond en zijn troepen door en sluiendan weer de rijen. Raimond ontkomt, maar de rest van het christelijke leger wordt stap voor stap meer bijeengedreven en jammerlijk afgemaakt. In één dag heeft Saladin de totale militaire macht van de Franken volledig vernietigd. Ze houden nog hun sadsmuren en kastelen over, maar wie moeten die verdedigen? Het land heeft geen leger, geen wapens, geen reserve meer.
De Sultan behandelt Guido van Lusignan als koning en spaart de levens van de gevangenen maar Reinout van Châtillon slaat hij eigenhandig het hoofd af. Tempeliers en hospitaalridders verklart hij tot gezworen vijanden van de islam. Dan begint hij aan een zegentocht. Een Arabische kroniekschrijver meldt da hij in enkele weken 52 steden verovert. In jeruzalem zeggen de Franken tegen Saladin: als u ons leven niet spaart, laten we geen levende ziel in de stad over en steken we alle moskeeën in brand alvorens strijdend ten onder te gaan. Op de dreigementen van het in brand steken van de Omar-moskee en het doden van alle moslims zegt Saladin : ‘Ik zal met jullie niet anders doen dan wat jullie in 1099 met de bevolking van Jeruzalem deden (zie 1096 de eerste kruistocht, Hoe verliep de verovering van Jeruzalem?): jullie hebben de inwoners vermoord of in slavernij weggevoerd en dergelijke wreedheden begaan.’
Dan stelt Saladin de voorwaarde dat iedere inwoner zich vrij moet kopen. Idere man moet 10dinar betalen (munten met een gezamelijke waarde van 40 gr. Goud), iedere vrouw en ieder kind 5. Voor de armen geldt een speciale prijs: 10 000 dinar voor zevenduizend armen. De patriarch en de burgerij dragen hun steentje bij, maar de militaire orden houden hun schatkisten gesloten. Saladin en zijn broer betalen zelf het vrijkopen van vele christenen. In totaal worden achtduizend Franken collectief vrijgekocht, tienduizend gratis vrijgelaten en tien- tot vijftienduizend als slaven verkocht. Vijfduizend gaan als dwangarbeiders naar Egypte. Op 2 oktober 1187 trekt Saladin als triomfator Jeruzalem binnen...
***Bron 10: blz. 112/116***
Saladins herovering van Jeruzalem
Op 20 september verschijnt Saladin met zijn leger voor Jeruzalem. We volgen het verslag van Ernoul, schildknaap van Balian van Ibelin.
‘ Toen hij het beleg sloeg voor de stad zond hij een boorschap dat de stad zich moest overgeven. Hij wilde de voorwaarden nog nakomen die hij had aangeboden toen hij hen naaar Aksalon ontbood, maar dan moesten ze nu de stad overgeven? Zij moesten goed beseffen dat hij en eed had afgelegd haar, als hij de stad moest belegeren, alleen gewapenderhand in te nemen. Maar de bewoners van Jeruzalem lieten hem zeggen dat zij hem de stad nooit zouden overgeven.’
Als de belegering voorduurt en Saladin de druk op de stad opvoert, sturen de christenen in de stad Balian van Ibelin naar Saladin. ‘Hij verscheen voor de sultan en zei hem dat de christenen in Jeruzalem de stad willen overgeven op voorwaarde van lijfsbehoud. Dat hadden zij hem opgedragen. Saladin antwoordde dat zij te laat waren.
Balian smeekt hem om genade te laten gelden. Hiertoe is Saladin bereid, maar dan moet er losgeld worden betaald. Als het door Saladin geëiste losgeld voor Balian en de zijnen te hoog is, is Saladin bereid tot verdere concessies, met name voor de gezamelijke afkoopsom voor de armen die de losprijs van 10 besant voor één man, 5 voor één vrouw en 1 voor één kind niet kunnen betalen. Men wordt het eens over de prijs van 30 000 besant voor zevenduizend mannen. Daarbij wordt bepaald dat twee vrouwen of tien minderjarige kinderen voor één man tellen. ‘Daar haalden zij de sleutels van de poorten en zonden deze naar Saladin. Deze was zeer verheugd ze te ontvangen en betuigde God de Heer zijn dank. Hij stuurde ridders en soldaten om de Davidstoren te bezetten en liet er zijn banieren op zetten. Alle stadspoorten liet hij sluiten, behalve die van David. Hierbij plaatste hij ridders en soldaten opdat de christenen de stad niet zouden verlaten. De Saracenen konden langs deze poort in- en uitgaan om te kopen wat de christenen hadden te verkopen.’
Dat is vrijdag 2 oktober. Saladin laar bekendmaken dat iedereen die zich wil vrijkopen de losprijs binnen veertig dagen bij de Davidstoren moet inleveren. Zo gebeurt het. Ernoul is vol lof over Saladin, die ervoor zorgt dat er geen enkele geweldpleging plaatsvindt. Dezelfde edelmoedigheid van Saladin bezit ook zijn broer, hier Saif ed-Din genoemd. ‘Toen allen die zichzelf konden vrijkopen en de armen die waren vrijgekocht Jeruzalem hadden verlaten, bleven er nog veel armen in de stad over. Daarom ging Saif ed-Din naar zijn broer Saladin en zei: “Heer, ik heb u met Gods hulp dit land en deze stad helpen veroveren en daarom verzoek ik u mij duizend armen die nog in de stad zijn als slaven af te staan.” Saladin vroeg hem wat hij met hen wilde doen, waarop hij antwoordde dat hij vrij over hen wilde beschikken als de sultan ze hem gaf. Daarop gaf Saladin zijn ambtenaren opdracht zijn broer duizend slaven te geven. En toen Saif ed-Din de duizend armen als slaven kreeg, gaf hij hun om der wille Gods de vrijheid.
Daarop kwam ook de patriarch en verzocht de sultan hem om Godswil een aantal armen te geven die zich niet konden vrijkopen en nog in de stad waren. Saladin gaf hem er vijhonderd, en de patriarch schonk hun de vrijheid. Daarop begaf Balian zich naar de sultan en vroeg hem om een aantal armen. Saladin gaf ook hem er vijfhonderd en Balian schonk hun de vrijheid. Daarop sprak Saladin tot zijn mannen: “Mijn broer heeft zijn weldadigheid bewezen, en de patriarch en Balian de hunne, nu zal ik ook de mijne tonen.” Hij gaf zijn ambtenaren in Jeruzalem bevel een kleine poort bij Sint-Lazarus te openen en wachten te plaatsen bij de poort van David. In de stad werd omgeroepen dat alle armen de stad moesten verlaten. Saladin gaf opdracht dat de soldaten allen die de poort van David uitgingen moesten onderzoeken. Als er iemand bij was die genoeg bij zich had om zich vrij te kopen, dan moest men hem dit afnemen en in de gevangenis werpen. Het onderzoek en het leiden van de stroom mensen duurde vann zonsopgang tot zonsondergang. De oude mensen die de stad mochten verlaten, werden door het poortje bij Sint-Lazarus weggevoerd. Op die wijze bewees Saladin zijn weldadigheid aan talloze armen. (...)
Nu zal ik u nog zeggen hoe edel Saladin handelde tegenover de naar Jeruzalem gevluchte vrouwen en dochters van de ridders, die in de strijd waren gesceuveld of gevangengenomen. Toen deze vrouwen zich hadden vrijgekocht en de stad hadden verlaten, begaven zij zich gezamenlijk naar Saladin om zijn genade in te roepen. Toen de sultan hen zag, vroeg hij wie ze waren en wat tze wensten. Daarop vroeg hij hun wat zij verlangden. In antwoord daarop smeekten zij hem hun om Godswil genade te tonen. Van sommigen hield hij de echtgenoten in gevangenschap. Die van anderen waren gevallen in de strijd, zij hadden hun goederen verloren-wilde hij hen om Godswil niet met raad en daad bijstaan? Toen Saladin hun tranen zag, kreeg hij medelijden en ook hij moest huilen. Tot de vrouwen wier echtgenoten nog leefden zei hij dat zij hem moesten meedelen of dezen gevangenzaten. Wie zich in gevangenschap bevond, zou hij de vrijheid schenken. En allen die men vond werden in vrijheid gesteld. Daarop gaf hij opdracht om aan de vrouwen en dochters wier mannen en vaders gesneuveld waren rijke toelagen te geven uit zijn schatkist, aan de een meer, aan de ander minder, al naar gelang hun stand. Zij ontvingen zoveel dat zij voor God en de wereld hun dank uitspraken voor de eer en de weldaden die Saladin hun had bewezen.
***Bron 10: blz. 136/137***
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten