Sinds 1252 en 1256 was inqusitoriale macht op zijn hoogtepunt gekomen, maar aan het begin van de veertiende eeuw probeerden de pausen (Clemens V en Johannes XXII), die klachten hadden ontvangen, de macht van de inquisiteurs in te perken. In de Languedoc kende het instituut van 1307 tot 1324 echter nog een grote tijd, met de beroemde Bernard Gui, wiens ‘Handboek’ de beste listen leert om alle ketters van dat moment in het nauw te drijven: Katharen (die al bijna verdwenen waren), Waldenzen, Begijnen (of Begarden of Fraticelli) en pseudo-apostelen.
***Bron 6: blz. 20***
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten