...Toch bewaarde de Inquisitie in haar vervaltijd tot an het einde van de eeuw de macht om zelfs belangrijke personen, tot aan ministers toe, te vervolgen wanneer ze zich instemmend betoonden met de ‘filosofische’ ideeën. In 1768 beschuldigde ze Campomanes, een getalenteerd schrijver, en minister Floridablanca, in 1776 speelde de beroemde zaak-Olavide. Pablo Olavide, intendant van Andalusië, had pogingen gedaan de Sierra Morena met kolonisten te bevolken en een hervominsplan voor de Spaanse universiteit opgesteld. Hij werd door de Inquisitie twee jaar gevangengezet, dan verscheen hij in een besloten auto en werd veroordeeld tot acht jaar opsluiting in een klooster. Hij slaagde er gelukkig in naar Frankrijk te vluchten. Karel III had niets gedaan om hem te beschermen.
Luis de Urquijo, minister van Karel IV moest eveneens ‘penitentie’ doen boor het Heilig Officie, omdat hij een tragedie van Voltaire had vertaald. Hij werd ad cautelam (onder voorbehoud) vijgesproken. In 1799 stelde hij Karel IV voor de Inquisitie af te schaffen, maar hij wer bij het Heilig Officie aangebracht en in 1801 naar Mallorca verbannen.
***Bron 6: blz. 29***
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten