Met de omkering van de waarden, die ten slotte door joden en christenen werd voltooid, was het voortaan niet meer ‘Gelijk op aarde, zo ook in de hemel’, maar ‘Gelijk in de hemel, zo ook op de aarde’. Uit de hemel kwamen de Tien Geboden, die een nieuw ‘soort’ seksualiteit en vaste begrippen van eigendom schiepen; uit de hemel kwamen alle voorstellingen van de nieuwe God - de Heer. En ten slotte kwam niet alleen het nieuwe verbond met die Heer van boven, maar ook he offer. Het was niet meer de mens die om ze te zeggen van beneden af offerde aan de godheid; op dat keerpunt in de geschiedenis ws het de God die zijn eerstgeboren zoon aan de mensheid offerde. Men kan dit tegenwoordig op verschillende wijzen beschouwen: als herziening van oude ideeën die met de definitieve ineenstorting van de vrouwelijke dominantie ‘in de hemel en op aarde’ gepaard ging; het kan ook toeval, of een latere interpretatie van de gebeurtenis op Golgotha zijn geweest.
***Bron 9: blz. 62***
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten