... dat de verzameling woorden in het Thomas-evangelie, ook als zij pas omstreeks 140 n.C. werd samengestld, toch overleveringen bevat die zelfs ouder zijn dan de evangelies van het Nieuwe Testament, mogelijk zelfs al in de tweede helft van de eerste eeuw (50-100) zijn ontstaan’
Voor een dergelijke overlevering pleit ook de overeenkomt van tal van uitspraken van Jezus met Jezus-citaten in het Nieuwe Testament. Bijvoorbeeld vindt men in het veangelie van Thomas de Tweeling de beroemde uitspraak over de hoeksteen die door de bouwers werd afgekeurd (Thomas 66 en Marc. 12:10), de spreuk over het Koninkrijk des Vaders (Thomas 76 en Matth 13:43), he gebod ‘zoekt en ge zult vinden’ (Thomas 92 en Matth. 7:7), maar ook ‘de paarlen voor de zwijnen werpe’ (Thomas 93 en Matth. 7:6).
De lijst van overeenkomsen is hiermee lang niet ten einde, maar de vier genoemde voorbelden dienen slecht om aan te tonen dat er waarschijnlijk inderdaad een doorgaande lijn zowel door de officiële als door de niet-erkende apocriefe evangelies loopt. De wetenschap spreekt darbij van een oerevangelie Q (naar het Duitse woord Quelle = bron), waarop alle andere evangelies, de vier cononieke en de geheime apocriefe evangelies gebaseed zijn, Men vermoedt tegenwoordig dat dit evangelie Q een verzameling spreuken was, waarop vervolgens de vele vermaarde formuleringen stoelden die beginnen met ‘en Jezus sprak’. Met de aanname van een dergelijke algemene basis van alle evangelies rijst natuurlijk ook de vraag of men de vier erkende evangelisten Marcus, Mattheüs, Lucas en Johannes een exclusief openbaringskarakter kan blijven toekenen.
***Bron 9: blz. 60/61***
dinsdag 5 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten