dinsdag 5 februari 2008

DE KRUISTOCHTEN: 1095 paus urbanus doet oproep voor een kruistocht

BEGIN-kruistochten-1096
Welke waren de motvaties op op kruistocht te trekken?
Als paus Urbanus II in 1095 op het concilie van Clermont een oproep doet om een kruistocht te houden, staan hem echter ook politieke doeleinden voor ogen. Alexius I Comnens is zo verontrust over de Turkse invallen, dat hij in Rome hulp laat vragen aan paus Urbanus II. Het christendom is in groot gevaar. Een zegenrijke oorlog in Palestina zal de herovering van het Graf van Christus betekenen, de meest vereerde plaats in Jeruzalem. Maar het kan ook leiden tot een verbond tussen de Byzantijnse christenen en degenen die zijn verenigd onder het gezag van Rome. Het versterkt de macht van de Kerk over alle onhandelbare feodale vorsen.
... De tijdgenoten laten de religieuze motieven prevaleren. Degenen die gehoor geven aan zijn opproep belooft de paus vergiffenis van hun zonden en de onvergankelijke glorie van he Koninkrijk der hemelen. Christus is de opperste leenheer van de christenheid en het Heilige Land is zijn rechtmatig erfdeel. Daarom hebben Christus ‘leenmannen, de christenen dus, de plicht dit erfdeel voor hun opperste leenheer te heroveren en tegen de mohemmedanen te verdedigen. Wie in deze dienst aan Christus sterft, kan zeker zijn van de hemelse zaligheid.
***Bron 10: blz.32/33***
Wat heeft de paus precies gezegd?
Wat de paus op het concilie van Clermont precies heeft gezegd weten we niet. Zijn woorden zijn overgeleverd door enkel scrijvers, die het concilie zelf hebben bijgewoond. Hieronder volgen gedeelten uit de weergave van Robert de Monnik.
‘Mannen uit Frankrijk en van gene zijde der bergen, uitverkoren en bemind door God zoals is te zien aan de glans van uw werken, die een aparte plaats innemen onder de ander volken van deze wereld, zowel door de ligging van uw land al het geloof en de er die gij beewijst aan de Heilige Kerk, tot u richten wij onze woorden en aansporingen. Wij willen u namelijk laten weten welke smartelijke zaak ons in uw streken heeft gebracht, bewogen door uw behoeften en die van alle gelovigen. Uit de omgeving van Jeruzalem en uit de stad Constantinopel hebben ons treurige berichten bereikt.’
‘Volkeren uit het rijk van de Perzen - een vervloekt volk dat van God is vervreemd, zijn hart voor hem heeft gesloten en zijn geest niet aan de Heer heeft toeverttrouwd - zijn daar het gebied van de christenen binnengedrongen en hebben dit te vuur en te zwaard en door plundering verwoest. Een deel van de inwoners hebben zij als gevangenen meegevoerd, anderen zijn ellendig ter dood gebracht. Godskerken zijn tot in hun grondvesten vernield of dienstbaar gemakt aan hun eigen eredienst. Zij werpan de altaren omver na ze te hebben bezoedeld; zij besnijden de christenen en vergieten het bloed van de besnedenen op de altaren of in de doopvonten. Wie zij een schandelijke dood willen bereiden, doorboren zij de navel, halen het ingewand naar buiten en bevestigen dat aan een paal; vervolgens dwingen zij hen door zweepslagen om die paal heen te lopen todat hun darmen uit hun lichaam zijn gekomen zij dood neervallen. Anderen worden aan een paal vastgevbonden enn met pijlen doorboord; weeer anderen laten zij de hals strekken en proberen die met een enkele zwaardslag door te hakken. Wat moet ik zeggen van hun verfoeilijke verkrachting van vrouwen?
Moge uw hard worden bewogen en uw ziel moed vatten door de daden van uw voorouders, de dapperheid en grootheid van Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk en uw ander koningen, die de heerschappij van de heidenen hebben vernietigd en de macht van de Heilige Kerk in hun land hebben gevestigd. En vooral, laat u bewegen ter wille van het Heilige Graf van Jezus Christus, onze Verlosser, dat door onzeine volken in bezit is genomen.’
‘Laat varen uw onderlinge haat en twisten, maak een eind aan uw strijd, beslecht uw bittere onenigheid. Begeef u op weg naar het heilige Graf, ontruk het land aan de handen van dat verfoeilijke volk en breng het onder uw eign macht. God heeft het in eigendom gegeven aan Israël, dat land waarvann de Schrift zegt dat ht overvloeit van melk en honing. Jeruzalem vormt het middelpunt der aarde en het land is zo vruchtbaar dat het, om zo te zeggen, de genietingen schenkt van een tweede paradijs. De Verlosser van de mensheid heeft het verheerlijkt door zijn komst, geëerd door zijn verblijf, gewijd door zijn lijden, verlost door zijn dood en onderscheiden door zijn graf. Deze koninklijke stad in het middelpunt van de wereld is nu in handen van zijn vijanden en de slavin van volkeren, die Gods wet niet kennen. Zij vraagt, zij smeekt u om haaar bevrijding. Onophoudelijk bidt zij u haar te hulp te komen. Zij verwacht die hulp vooral van u omdat, zoals wij al zeiden, God u bboven alle andere volken wapenroem heeft verleend. Begeef u dus op weg ter vergeving van uw zonden en wees vrzekerd van de onvergankelijke roem die u wacht in het koninkrijk der hemelen.’
‘Deze schone woorden enn meer van dezelfde strekking uit te spreken, wekte paus Urbanus bij de aanwezigen eenzelfde gevoel, zodat allen uitrriepen: God wil het! God wil het!’
Robert de Monnik, Historia Hierosolymitana
***Bron 10: blz. 130/131***
Wat zijn de rechtstreekse gevolgen van de oproep van de paus?
De paus is verrast dat zijn voorstel de heilige plaatsen te gaan veroveren met zo’n grote instemmng wordt ontvngen. Hij wist dat hij kon rekenen op de ridders uit midden-Frankrijk, vooral op Raimond van Saint-Gilles, grarf van toulouse, markies van de Provende. Maar bij hen voegen zich og drie legers: Vlamingen en Rijnlanders uit Neder-Lotharingen onder Godfried van Bouillon; ridders van het Ile-de-France en uit Champagne onder leiding van Hugo van Vermandois, broer van de Franse koning Filips I en Noormannen uit Zuid-Italië en Sicilië onder Bohemund en zijn neef Tancred.
Hoewel velen ongetwijfeld door een religieuze prikkel worden gedreven, zijn er ook velen die denken aan het te verwachten vrolik gerinkel van goudstukken, die de tocht oplevert.
***Bron 10: blz.36/37***

Geen opmerkingen: