Voor hulp in tegenspeod wendden de Elamieten zich tot een waar scala van goden. Volgens Negahaban betekent Hal-Tamti, hun eigen naam voor hun lan, mogelijk het “Land van de Goden”. Een aantal van deze goden, zoals Ishtar * Zou het kunnen dat zij dezelfde godin is als de Sumerische Isjtar? *, was ingevoerd uit Mesopotamië; andere waren bovennatuurlijke wezens van natuur en vegetatie, die zich overal in de oude wereld manifesteerden. Tot de laatste behoorde ook de alomtegenwoordige Heer der Dieren, en figuur in menselijke gedaante die op afbeeldingen demonen en wilde dieren bedwingt. Sommige geden waren eigen aan Elam, zoals Inshushinak, de beschremgod van Susa die net als andere grote Elamitische goden op een slangentroon zetelde en kostbaar water uitgoot. Op stenen rolzegels uit Haft Tepe staan afbeeldingen van deze goden gegrift, met taferelen van gebeden, offerandes en offerrituelen.
*** Bron 15: blz. 29 ***
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten