dinsdag 5 februari 2008

Hoe het met hen is afgelopen?

In de tweede eeuw is er in feite niet veel meer over van de oudste Kerk. Er komen gestudeerden, filosofen, literatoren in de gemeente. Er komt daarmee wijsheid binnen uit niet-christelijke bronnen, en met de wijsheid de smart: behagen in spitsvondige dogmatiek, in gnostiek, occultisme, platonisme, waarmee men de eenvoudige christelijke leer wil vermooien en vermeerderen. Er treden sofistische opvattingen aan het licht nzake het huwelijk, de seksuele omgang en het vleselijk leven in het algemeen. Er ontstaat een christelijke letterkunde, uiteraard beheerst door godsdienstige fantasieën rond de Christusfiguur die de profeet uit Nazareth aanschouwelijk moeten maken voor de wereld van de heidenen. Dat vindt niet alleen plaats door hem te schilderen als ‘een van ons’, bezitloos, dakloos, zonder behoeften, tot lijken geeroepen, maar ook door hem te verheffen tot de mystieke abstracties van de Logosfilosofie. Elk milieu en elke sociale groep in het christendom kreeg om zo te zeggen een ‘eigen’ evangelie.
De priemitieve weldadigheid, het aandoenlijk overblijfsel uit de armoeperiode, moet het veld ruimen voor een diaconaat me bezitingen aan land, gebouwen en aardse goederen. Priester, leidsman van een goedgezegende gemeente te zijn , brengt stoffelijke, niet meer versmade voordelen mee. Het is op dit punt dat de schelmerij van vele indringeres en gelukszoekers onder de christenen plaatsvindt.
Boven de veelheid aan gemeenten uitstekend groeien Alexandrië, Antiochië en Rome uit tot uitverkoren christelijke centra met dogmatisch gezag. Zowel Alexandrië als Antiochië beschikken over beroemde theologische scholen. De Kerk met haar staf van medewerkers wordt institutie en internationale organsatie, haar behoud en haar vloek.
Zij strekt zich na drie eeuwen uit over heel de lengte-as van het Romeinse rijk, een macht en een uitdaging van de eerste orde, waarmee de staat rekening zal moeten houden en ook houdt. Maar de oorspronkelijke gemeente is dan te gronde gegaan; ‘de massa verstomde, de theologen voerden het woord. Zij die zich nu nog verheffen als pleitbezorgers van het apostolische geloofsgetuigenis en de broederschap van de eerste tijden, kunnen dat enkel doen in de vorm van ketterij...

Geen opmerkingen: