Nergal en Allat deelden vrijwillig het rijk der duisternis, waar de doden heengingen. Uit hun donker paleis steeg de straf op, die de boosheid achtervolgde. Daarom moesten ze bijzonder woren ontzien. De mensen ven Eridoe zeiden, dat deze goden vorstelijk, barmhartig en edelmoedig waren, maar onverbiddelijk jegens het kwaad. * Wat was voor de Sumieriërs het kwaad? *
*** Bron 14: blz 14/20 ***
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten