dinsdag 5 februari 2008

-1250? EXODUS (de tocht uit Egypte)

Hoelang zijn de Hebreeën in Egypte geweest?
Met betrekking tot de exodus bestaan er talloze theoriën, niet het minst omtrent de vraag of, hoe en waar die heeft plaatsgevonden. Hoe lang verbleven de hebreeën in Egypte? Volgens de bijbel niet minder dan vierhonderdjaar. Maar ook staat er dat ze na vier generaties - dat wil zeggen : ongeveer honderd jaar - weer wegtrokken. Het hele verhaal over de uittocht is niet historisch en bovendien is er niets waaraan men zich kan vastklampen als het om buiten de bijbel staande gegevens gaat. Daarbij komt dat de bezetting van Kanaän in de bijbel werd teruggeplaatst in de tijd; We hebben hier zeker te maken met overleverigen.
*** Bron 13: blz. 52/53 ***
Welke zijn mogelijke verklaringsgronden voor het onstaan van het exodus-verhaal?
...Wel staat vast dat er reeds in de 13de eeuw voor Christus geregeld Aziatische nomaden met hun kudden naar Egypte trokken, want dergelijke mensen staan afgebeeld in graven van Beni Hassan. Dat waren seizoengebonden trektochten om het vee te kunnen weiden. Het konden ook trektochten uit nood zijn, als er bijvoorbeeld in het eigen land niet genoeg groenvoer aanwezig was door grote droogte. De seizoengebonden tochten hadden ieder jar plaats en gingen ver een afstand van rond 800 km, die in een jaar tijd werd afgelegd. Hebben herinneringen aan dergelijke tochten naar Egypte de basis gelegd voor het exodusverhaal? Die zouden dan als spannende, mondelinge overgebrachte verhalen zijn overgelverd tijdens die eindeloos lange tochten. Zulke verhalen kenden zelfs de stammen uit de tijd der proto-israëlieten, van voor de bezetting van Kanaän. Daarnaast zijn er ook de krijgsgevangen gemaakte Aziaten, die door de Egyptenaren als slaven naar hun land werden meegevoerd om te werkenin de landbouw en bij de bouw van de vele grote monumenten. Veel krijgsgevangenen gingen in Egupte op de gebruikelijke wijze door assimilatie en huwelijken met Egyptenaren op de gebruikelijke wijze door assimilatie en huwelijken in de bevolking op, mar ook zullen er hel veel gezonnen hebben op ontsnapping, hoe dan ook;. Zeker waren daaronder de Israëlieten die te werk werden gesteld bij de aanleg van de nieuwe hoofdstad van Ramses II in de Delta, de stad Pi-Ramses.
*** Bron 13: blz. 53 ***
Was er maar één uittocht of waren er meerdere?
Zelfs het aantal uittochten staat niet vast. Volgens de was dat er maar één en de grote held hiervan is Mozes, overigens een figuur waarvan het historische bestaan nergens gestaafd wordt buiten de Bijbel. Logischer lijkt dat er meer dan één uittocht is geweest van mensen die om een of andere reden in Egypte terechtkwamen en weer weg wilden. Uit de bestaande verhalen daarover werd dan de exodus gecompileerd die n zo nauw verband staat met Mozes, omdat hij van overweldigend belang was door de openbaringen van Jahwe, die zijn volk bescherming bood mits ze zich strikt aan de regels hielden. Men wilde vooral duidelijk maken dat het exodusverhaal een onderdeel was van de geschiedenis van al die groepe die Jahwe vereerden of hem leeerden te vereren.
*** Bron 13: blz. 53 ***
Zijn er historisch (buiten deTora) herkenbare aanknopingspunten voor de exodus?
...Voor de Egyptenaren was zo’n uittocht van een grote tot zeer grote groep arbeidskrachten zeer onaangenaam; derhalve moesten ze teruggehaald worden. In de Egyptische geschiedenis is hierover echter nergens iets te vinden.
Een andere mogelijkheid is dat de Egyptenaren die lastige en opstandige arbeidskrachten graaf kwijt wilden en dat men hen dus het land uitjoeg. Het kan ook zijn gegaan om ongewenste infiltranten die kostbare weidegronden in bezit trachtten te nemen.
Hoe het ook zij - nogmaals, historisch bestaat hieromtrent geen enkel gegeven - , men neemt aan dat er minstens twee uittochten zijn geweest, die gebundeld werden tot dé exodus. Voor één exodus is een historische aannemelijke verklaring te vinden: de afkeer van het zware werk bij de bouw van Pi-Ramses.
*** Bron 13: blz. 54 ***
Welke route volgden de Israëlieten tijdens de exodus?
Dan is er nog de route waarlangs de exodus zou hebben plaatsgehad. Hiervoor zijn twee mogelijkheden. De eerste is de weg langs de Middellandse Zee - de kortste weg naar Egypte. Deze weg kwam uit in de zuidoostelijke hoek van Palestina, waar later het koninkrijk Juda lag. Een tweede weg zou door Mozes gevolgd zijn en hij deed er heel erf lang over: veertig jaar; deze weg ging via de barre Sinaï, waa dus de berg moet liggen waar Mozes zijn geboden ontving. Van het uiteinde van de Sinaï trok men in noordelijke richting door Transjordanië om ten noorden van de Dode Zee de oversteek naar Palestina te maken. De ‘ berg Gods’ zou dan gelgen kunnen hebben teen oosten van de Golf van Aqaba. Van daaruit zouden de groepen nomaden nog verderr hebben gezworven.
*** Bron 13: blz. 55 ***
Waarom zijn de Hebreeën pas na 40 jaar teruggekeerd naar Kanaän?
Men meent echter een logische oplossing te hebben gevonden voor die eindeloos lange tocht door de Sinaï, die weinig aannemelijk is voor een wegtrekkende groep mensen op weg naar het eigen land, dat men liefst zo gauw mogelijk zal hebben willen bereiken.Maar als die trekkende mensen nu eens waren teruggekeerd tot hun nomadisch bestaan? Mensen die rustig met hun kudden rondtrokken op zoek naar weidegronden, zoals ze al eeuwenlang deden? Het zou in dat geval gaan om mensen die als herders naar Egypte kwamen en slechts korte tijd een ander bestaan hadden verkozen. De nomade die zijn zwervend bestaan opgeeft kan later nooit dat bestaan weer opnemen, omdat hij daartoe fysiek niet meer in staat is. Her nomadenleven is letterlijk een survival of the fittest.
... In ieder geval moet de tweede route niet worden gezien als een vaststaande weg. Eerder zwierf men in die veertig jaren - mogelijk waren het er niet meer dan twintig of dertig - rustig voort met de geringe snelheid van grazende kudden. Vele uit Egypte afkomstige deelnemers moeten daarbij overleden zijn, waardoor de herinneringen vager werden; een mens werd in die tijd zelden ouder dan vijftig jaar. De groep van Mozes trok nimmer door gebieden met steden, want daarvan is niet gevonden. Wat er in die streken aan bouwactiviteiten werd aangetroffen was nooit ouder dan de 9de eeuw voor Christus.
*** Bron 13: blz. 55 ***

Geen opmerkingen: